- knoop
- {{knoop}}{{/term}}1 [algemeen]noeud 〈m.〉2 [m.b.t. kleding] bouton 〈m.〉♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 een gordiaanse knoop • un noeud gordien〈figuurlijk〉 de knoop doorhakken • tranchereen knoop in zijn zakdoek leggen • faire un noeud à son mouchoirhet schip liep negen knopen • le navire filait neuf noeuds〈figuurlijk〉 de knoop ontwarren • dénouer l'intrigue〈figuurlijk〉 hier zit 'm de knoop • voilà le noeud de l'affairehet touw zit in de knoop • la corde est pleine de noeudsin de knoop zitten • 〈letterlijk〉 être enchevêtré; 〈figuurlijk〉 ne pas pouvoir s'en sortireen veter uit de knoop halen • défaire un lacetzijn haar uit de knoop halen • démêler les cheveux2 de blauwe knoop • la ligue antialcooliquede knopen van zijn jas dichtdoen • se boutonnerje knoop springt er bijna af • ton bouton va sauter
Deens-Russisch woordenboek. 2015.